Column: De AI (huis)arts
Heel langzaam… stel ik me open voor een AI als huisarts. Laat duidelijk zijn: Alle respect voor de huisartsen. Te veel consulten in te weinig tijd. Veel administratie en dus minder tijd voor patiënten.
Over de schouders wordt meegekeken door zorgverzekeraars, bezuinigingsdoelstellingen en andere regelaars. Met als opdracht goedkoper, met minder doorverwijzingen en liefst met zo weinig mogelijk consulten de optimale zorg te verlenen. Poortwachter, gezondheidsregisseur en schaap met zeven poten. In een omgeving met toenemende complexiteit en patiënten die eerst online nazoeken wat ze eigenlijk mankeren of moeten vragen.
Aan de andere kant de patiënt: die ook niet verder komt. Zoals ik onlangs tijdens het spreekuur van de huisarts zelf begreep: had u maar een gebroken vinger. Dat is sneller diagnosticeren. Helaas hebben veel patiënten een meer complexe casus. Nee – er is geen tijd voor uitgebreide bespreking en dialoog. Of zoals ik het onderging: ‘U noemt nu drie klachten. Welke is eigenlijk het ergste?’. Een goede diagnose op basis van een integrale (brede) anamnese kost een uur, daar is geen tijd voor. Anno 2024 hebben we tevens te maken met extra samenhangende casuïstiek: Kennis over hormonen, vitamines als B12, nieuwe (functies van) organen die ontdekt worden, ontwikkelingen in medische onderzoeken – wie kan dat nog bijhouden? Inclusief extra informatie over oorzaken van de meer dan gemiddelde en ‘onverklaarbare’ oversterfte (niet onverklaarbaar dus…), nieuwe informatie over de impact van omgevingsvariabelen als PFAS, straling, luchtvibraties en fijnstof…. Je zou maar huisarts zijn.
We zitten op een tipping point. Want het is inmiddels duidelijk dat AI-getrainde modellen veel beter zijn in het analyseren van röntgenfoto’s en diagnoses stellen op basis van bloedwaarden en -testen, verhoudingen in bloedwaarden beter analyseren en weten welke tests wel of niet tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd. Inclusief alle kennis van onderzoeken over verschillen tussen vrouwen en mannen, per leeftijdscohort en per bloedwaarde. Helaas, die informatie staat nog niet allemaal op het scherm bij de huisarts. Wat jammer is, want dat scheelt zo veel tijd, onvolledige diagnoses en kosten. Ik wens onze 1e lijns medici toe dat ze nog sneller dan voorheen deze hulpmiddelen krijgen. Anders gebeurt er wat Matthijs Smakman tijdens zijn openbare lezing op de HU als lector onlangs ook aangaf. Dat we zelfs met 25% van álle werkenden in het land nog steeds de gevraagde en broodnodige hulp in de zorg niet kunnen geven. Met als risico als samenleving eerder zieker te worden dan beter…
Wouter Bronsgeest, voorzitter KNVI
Deze column verscheen ook in de digitale Informatieprofessional #7