Winnende ideeën: het wachten waard
In voetbal en in business maakt creativiteit het verschil tussen winnen of verliezen. En voor creativiteit heeft ieder team en ieder teamlid psychologische veiligheid nodig. Bondscoach van Gaal heeft het begrepen: “Ik heb nog nooit een boete uitgedeeld aan een van mijn spelers, ik geloof meer in belonen dan straffen”. Joey Gonesh van Friday Out of the Box vraagt zich af of zijn rol als innovatiestrateeg en zijn rol als jeugdtrainer niet om dezelfde kernwaarden draaien. Een bespiegeling.
“Ik heb nog nooit een boete uitgedeeld aan een van mijn spelers, sprak de voor de derde keer gekroonde bondscoach de pers toe vorige week. Met dit argument probeerde ex-schoolmeester Louis van Gaal de pers te overtuigen dat hij helemaal niet zo streng is als de media hem afschildert. “Ik geloof meer in belonen dan straffen, voegde hij toe.” Dit deed mij denken aan een voetbalwedstrijd van ‘mijn team’. Mijn rol als innovatiestrateeg bij multinationals verschilt helemaal niet veel van die als vrijwillige jeugdtrainer bij DESTO in Vleuten. In voetbal en in business is het creativiteit dat het verschil maakt tussen winnen en verliezen. En daar heb je psychologische veiligheid voor nodig.
We spelen tegen een ander team uit de regio. Het is spannend. We zitten in de laatste tien minuten en het staat 2-2. Jammer, want we begonnen zo goed. Mijn bloeddruk loopt op en ik wil winnen. Ik houd van winnen. Mijn keeper speelt de bal naar Ben op het middenveld. Via een kapbeweging speelt hij zijn tegenstander uit en passt de bal naar spits Hidde. “Spélen!”, schreeuw ik vanaf de kant. Ik zie Robbe, de rechtsbuiten, vrij staan dus verwacht dat Hidde de bal direct naar hem speelt. Maar hij dribbelt zelf richting het doel en mijn getier is aan dovemansoren gericht. Ik herhaal: “Spélen Hidde!”. Ik gooi mijn handen de lucht in en kijk naar de wolken. Alsof het antwoord daar vandaan moet komen.
Wat is het probleem eigenlijk?
En dan hoor ik ineens gejuich. Is er gescoord? Ja, Hidde heeft gescoord. Hij kapte twee man uit, daarna de keeper en schoot de bal netjes tussen de palen. Uit verbazing en schaamte begin ik maar te klappen. Ik kan er bijna niet van genieten. Zoals gewend feliciteer ik eerst de aangever en dan de goaltjesdief: “Goed gedaan Hidde, maar de volgende keer wel sneller spelen hè?” Hidde kijkt teleurgesteld naar het gras. “Trainer!” schreeuwt Robbe mij toe. “Hidde scoort toch? Wat is het probleem?” Ik lach. Met één opmerking maakt de achtjarige Robbe mij bewust van mijn totaal ongepaste reactie. Maar hij deed nog iets. Door de waarheid te zeggen tegen ‘de baas’ gaf hij Hidde het gevoel: “Ik ben er voor je. Ik help je.” Met deze ene opmerking versterkte Robbe de psychologische veiligheid van het team.
Psychologische veiligheid
Teams die creatieve oplossingen zoeken zijn gebaat bij een flinke dosis psychologische veiligheid. En als jij een kenniswerker bent, dan zit je in een creatief team. Amy Edmonson definieert psychologische veiligheid als: de overtuiging dat men niet zal worden gestraft of vernederd voor het uiten van ideeën, vragen, zorgen of fouten.
Met mijn opmerking “Maar de volgende keer wel sneller spelen hè?” gaf ik mijn spits het gevoel dat hij iets fout had gedaan. Terwijl hij juist een creatieve oplossing had gevonden om te scoren. En met deze creatieve oplossing het team zelfs de winst had gebracht.
Stel je voor dat jij in een brainstormsessie zit. Hoe kun jij dan bijdragen om de psychologische veiligheid te vergroten? Met de volgende drie stappen kun je ruimte creëren voor de creatieve ideeën van een ander, en ruimte om je eigen ideeën in te brengen.
Stap 1: Oordeel uitstellen
Herken je dit? Dat als iemand een idee presenteert, de gedachten al tijdens de presentatie door je hoofd schieten? Soms moet je letterlijk op je lip bijten om niet meteen te reageren. Doe dit ook niet. Jouw eerste stap is om je oordeel uit te stellen. Door je oordeel uit te stellen met goede vragen creëer je ruimte voor het verdiepen en verfijnen van ideeën. En je straft de idee-eigenaar niet voor het idee.
Goede vragen sturen op diepgang zoals: “Vertel eens, wat vind je dat de voordelen zijn van dit idee? “Of: “Kun je me meer vertellen over het ontstaan van het idee?” Wil je iets meer prikkelen? Vraag dan: “Is er ook bewijs dat dit idee kan werken?” Let op: je zegt hier niet ‘heb je ook bewijs’ want dit geeft al snel de indruk dat je er niet in gelooft.
Stap 2: Feedback geven
Nu je het idee beter begrijpt is het tijd om feedback te geven. Feedback heeft als doel om het idee te verbeteren, niet om jouw mening te ventileren. “Ik vind het geen goed idee” is dus geen feedback. Een goede manier van feedback geven is uitleggen hoe het idee op jou overkomt. Dat klinkt als volgt: “Het idee komt op mij over als abstract, zou je het misschien nog verder kunnen verfijnen?” Als je jezelf wilt dwingen om genuanceerder te zijn, zeg dan welke voordelen en nadelen jij denkt te zien. Door op deze verbindende manier feedback te geven nodig je anderen uit om hetzelfde te doen. Zo ontstaat meer ruimte voor verfijning van ideeën. En gedetailleerde ideeën zijn vaak creatiever en dus meer innovatief.
Stap 3: Alternatieve oplossingen aandragen
Als je alternatieve oplossingen wilt aandragen dan kun je dit het beste doen met een brugzin. In het boek Socrates op sneakers geeft schrijfster Elke Wiss een paar mooie voorbeelden:
Ik heb hier ook wel ideeën over. Zal ik die eens voorleggen?
Zal ik eens delen hoe ik hier over denk?
Ik had net nog een paar inzichten naar aanleiding van je verhaal. Zal ik ze met je delen?
Met deze korte zinnen geef je jezelf de beurt om jouw idee te delen. Door het initiatief naar je toe te trekken krijgt je als team meer opties te horen waaruit je de beste kunt kiezen.
Je ziet dat jouw reactie en de woorden die je daarin kiest het verschil kunnen betekenen tussen veel en weinig ruimte voor creatieve oplossingen.
Systemen en processen
Terug naar van Gaal. Hij moet in september in krap drie duels tegen Noorwegen, Montenegro en Turkije bewijzen dat het Nederlandse herenelftal geschikt is voor het WK in Qatar. In amper twee weken is er geen tijd voor het inslijten van systemen. En dat is niet des van Gaals die bekend staat als procestrainer. Hij mag van de groep van omhooggevallen sterren een winnend team maken.
Ik hoop dat het hem lukt de psychologische veiligheid, en daarmee de creativiteit, een impuls te geven. Want een vriendenteam staat vaak niet voor de beste prestaties (tijdens helft 1 en 2). Daar draait alles om pais en vree. Het uiten van ideeën, vragen, zorgen of fouten is daarin niet belangrijk. In een vriendenteam moet je elkaar vooral aardig vinden.
Van Gaal sloot de persconferentie af met: “Mijn persoonlijke doel is om wereldkampioen te worden. Maar ik doe het niet voor mezelf. Ik doe het om het Nederlandse voetbal te helpen.”
Deze vaderlandsliefde, dat niveau van onbaatzuchtigheid, dat is zeker des van Gaals.
En daarom is hij misschien wel de beste man voor de job.
Ik herken het helemaal: ik ben ook voetbaltrainer vanuit liefde voor het vaderland, het team. Heus niet voor mezelf.
Zomerse groet,
Joey Gonesh
Joey Gonesh MBA is innovatiestrateeg en oprichter van Innovatiebureau Friday out of the Box.
In oktober wordt zijn boek Innovatie de Baas – ontwikkel je creatief zelfvertrouwen en boost je innovatiekracht uitgegeven.