Blog: Hoe leuk?
Online uiten mensen zich soms steviger dan dat ze in real life zouden doen. Hoe leuk was het vandaag voor je collega’s om met jou samen te werken? Een vraag die we onszelf weleens vaker mogen stellen. Een dergelijke reflectie aan het einde van de dag kan mooie inzichten opleveren.
Hoe leuk? Deze vraag is extra actueel nu we zo veel online werken. Ik schrijf ‘werken’, en overwoog even het woord ‘samenwerken’. En daar zit ‘m de crux. ‘Het nieuwe normaal’ noemden we dat nog, enkele weken geleden. Vanuit huis, achter een pc of iPad, lekker videoconferencen. De techniek daarvoor is voorhanden, en wordt steeds beter. We wennen eraan, en we weten de mute-knop steeds vaker op tijd te vinden (aan én uit). De joggingbroek onder het bureau voelt ook steeds prettiger.
De ervaringen en dus ook de berichten over de beperktheid van deze technologieondersteunde manier van werken zien we ook steeds meer. Zo is het erg lastig om persoonlijke emoties en gevoelens te delen. Iemand achter een schermpje een hart onder de riem steken omdat er iets naars is gebeurd: [unmute] veel meer dan met een brok in de keel zeggen dat je meeleeft, lukt niet [mute]. Een andere ontwikkeling is dat mensen die elkaar niet zien zich online soms veel steviger uiten. Het aantal mails dat ik ontvang waarin mensen met veel moeite – en met wisselend succes – frustraties over het werk, ‘het management’ of over mij uiten, lijkt toe te nemen. Als je samen in een kamer zit, kun je ervaringen, roddels en jouw projecties over de ander of je leidinggevende beter ventileren dan online.
Vanuit de onlinewereld weten we dat digitale en fysieke afstand de drempel om je te uiten verlaagt. Het aanbod aan morele verontwaardiging neemt toe, zeker door de voor jou gestuurde en gefabriceerde onlinebubbels (je weet dat je daarin gestuurd wordt, toch?). Roos Vonk zegt dat dat soort verontwaardiging bijna nooit oprecht is. In een nieuwsbericht van RTL over de (negatieve) reacties op het overlijden van de moeder van Rutte zegt zij daarover: "Het dient het doel om jezelf te verheffen boven de ander. Als morele verontwaardiging oprecht zou zijn, zou het je doel zijn het onrecht te willen herstellen. Maar vaak willen mensen liever kwaad blijven en zich moreel superieur voelen."
De grote vraag die wij de komende weken en maanden moeten beantwoorden, is: op welke manier houden we menselijk contact, ook als we zijn toegewezen op digitaal, online of op grote afstand van elkaar (samen)werken? Hoe kunnen we weer introduceren dat een uitnodiging voor een werkoverleg eigenlijk ook een aanleiding is voor het maken van contact, en op de tweede plaats een gelegenheid is voor het bespreken van inhoud? Hoe voorkomen we dat we in gesprekken op basis van eigen aannames over de ander (en diens werkdruk of besognes) het gesprek starten, als we niet eerst samen een kop koffie kunnen pakken?
Het antwoord heb ik nog niet, maar ik hoop dat vakgenoten hier met elkaar over willen meedenken. Suggesties op het gebied van zowel aanpak als technologie zijn van harte welkom!
Wouter Bronsgeest, duo-voorzitter KNVI
Dit blog verscheen ook in het augustusnummer van AG Connect